Matten uit Geraardsbergen
Een mattentaart kan je niet bakken zonder matten. Hun unieke samenstelling bestaat uit volle rauwe melk en botermelk of azijn. Matten ontstaan door een heel specifiek proces. Eerst wordt de verse, rauwe melk opgewarmd tot net onder het kookpunt. Hieraan wordt zure botermelk, die tegenwoordig trouwens meestal vervangen wordt door witte azijn, aan toegevoegd. Door de zure vloeistof gaat de warme melk schiften en ontstaan er witte vlokken, dit zijn eiwitten die samenklonteren. Deze wrongel laat men daarna minstens 7 uur uitlekken in een neteldoek.
Voor originele mattentaarten heb je matten nodig uit Geraardsbergen of Lierde, zoals vastgelegd in het Europese BGA (Beschermde Geografische Aanduiding) dossier. Deze matten werden en worden nog steeds in een weiderijke streek gemaakt waar vroeger elke boerderij wel een melkkoe had. Matten zijn dan ook een zeer oud gebruik. Al in 1340 (!) vermeld “De Bouc vanden Ambachten – Le Livre des Mestiers”, gedrukt in Brugge, matten en mattentaarten. Iedere boer en iedere huisvrouw produceerde zelf matten en mattentaarten voor allerlei feestelijke gelegenheden.
Wist je dat …
- matten het nauwst aanleunen bij Indische ‘paneer’? Daarvoor gebruiken ze meestal citroensap als zuur.
- de vroegere matten op basis van botermelk veel minder vast waren? De matten van vandaag hebben een veel vastere structuur. Bakkers malen ze daarom fijn in een soort vleesmolen.
- Geraardsbergse boerinnen samen 3.000 kg matten per week produceren?
- matten vandaag enkel nog op hoeves geproduceerd worden en dus een puur hoeveproduct zijn? Lokale bakkers kopen ze rechtstreeks van de boer.
Wat maak je klaar met matten?
Behalve heerlijke mattentaartjes lenen matten zich ook voor hartige bereidingen. Jeroen maakte er al een heerlijke vegetarische burger van. De moeite waard om zelf eens uit te proberen!