
Jeroen maakt speciaal voor Len een echte Aalsterse vlaai klaar.Voor de vlaai heb je mastellen nodig, een typisch streekproduct uit Aalst. Traditioneel maken ze daar ‘gestreken mastellen’ door de sandwiches open te snijden en er boter en bruine suiker op te doen. Daar gaat aluminiumfolie over waarna je de mastellen strijkt met een strijkijzer.Aalsterse vlaai is een soort broodpudding waarvan het recept al eeuwen bestaat. Eigenlijk is het een gerecht dat bedoeld is om overschotten weg te werken. Je moet er op tijd aan beginnen, want de mastellen moeten lang genoeg in melk weken voor je ze kunt gebruiken.Laat de vlaai na het bakken gerust in de bakvorm zitten en snijd hem zo in stukken. Volgens Len kun je de vlaai puur eten, maar hij vindt ze nog lekkerder tussen een boterham.
Ingrediënten
- 250 g mastel
- 1 liter melk
- 100 g kandijsiroop
- 350 g suiker
- 150 g kristalsuiker
- 1 koffielepel foelie
- 1 koffielepel kaneelpoeder
- boter
- bloem
Benodigdheden
- hakmolen met een S-vormig mes
- plasticfolie
- een keukenmachine met K-vormig hulpstuk
- een taartvorm van 26 cm diameter en 6 cm hoog
Bereiding
Dag 1
Breng de melk aan de kook met de kandijsiroop.
Doe er de foelie en het kaneelpoeder bij.
Maal de mastellen in de hakmolen fijn.
Doe de gemalen mastellen in een grote kom. Zeef er de warme melk met siroop bij.
Doe plasticfolie over de kom en druk het tot tegen de mastellen zodat er geen vel op komt.
Laat het mengsel minstens 12 uur weken.