1. Gebruik bloemige aardappelen
De zachte binnenkant en het krokante korstje van de Belgische friet is het resultaat van het zetmeel in de aardappelen. Ga je zelf frietjes maken? Kies dan altijd voor loskokende (bloemige) aardappelen. De beste frieten maak je immers met aardappelen die een hoog zetmeelgehalte hebben, zoals het Bintje. Als je kan kiezen, pik er dan ook de grotere exemplaren uit zodat je mooie, lange frietjes kan snijden.
Tip: Neem zeker eens een kijkje op de verpakking in de winkel. Vaak staat hierop vermeld voor welke bereidingen de aardappelsoort geschikt is.
Meer weten? Lees hier meer over de verschillende aardappelsoorten.
2. Snijd je frieten dik genoeg
De perfecte friet snijden, is niet alleen een kwestie van lengte maar vooral van breedte. Jeroen snijdt ze altijd 13 mm dik. Ook de meeste frituristen in ons land werken met frieten die een dikte van 10 à 13 mm hebben.
3. Spoelen of niet?
Er bestaat veel verwarring over het al dan niet spoelen van rauwe frietjes. De regel is dat je dikke frieten niet spoelt. Waarom precies? Het water zou al het zetmeel dat aan je frieten hangt, wegspoelen. En het is net het zetmeel dat voor een knapperig resultaat zorgt.
Maak je dunne frietjes, zoals stroaardappelen (pommes pailles, 2 mm) of de iets dikkere variant pommes allumettes (4 mm)? Dan spoel je de rauw gesneden frietjes beter wel zodat ze in het frietvet niet aan elkaar klitten. Dep ze wel eerst goed droog alvorens ze in de hete olie te leggen!
4. Voorbakken
Belgische frieten worden typisch in twee beurten gebakken. Eerst bak je de rauwe frieten voor op ongeveer 140°C gedurende een vijftal minuten. Op deze manier pocheer je de aardappelreepjes tot de binnenkant gaar en zacht is. Hoe dikker je frieten, hoe langer ze nodig hebben in het frietvet. Laat de voorgebakken frieten daarna goed uitlekken op een vel keukenpapier en afkoelen tot kamertemperatuur (20°C). Hoe groter het temperatuurverschil tussen de frieten en het frituurvet bij het afbakken, hoe krokanter het resultaat.
Tip: Je kan je frieten ook voorkoken in water tot ze gaar zijn. Dep ze daarna goed droog voor je ze afbakt om een gevaarlijk spatconcert in je frietketel te vermijden.
5. Afbakken
Verwarm je frituurvet tenslotte tot 170°C-180°C en bak de afgekoelde en voorgebakken frieten tot ze goudbruin zien. Bak zeker niet al je frieten in een keer maar bak liever meerdere keren kleinere porties zodat het frituurvet mooi op temperatuur blijft. Zo hebben de frieten ook voldoende ruimte hebben om langs alle kanten mooi krokant te worden. Bak je toch alles ineens? Dan riskeer je slappe frieten op je bord.
Jeroens basisrecept voor Belgische frieten vind je hier.
Welk vet doet Jeroen in zijn frietketel?
Van arachideolie tot ossenwit, er bestaan heel wat verschillende soorten frietvet. Jeroen gebruikt bij het voorbakken ossenwit (gefilterd rundervet) en bij het afbakken plantaardige olie (zoals arachidolie). Wil je hetzelfde resultaat en een even lekkere smaak als in frituur benaderen? Dan is bakken in reuzel (gefilterd varkensvet) of ossenwit zeker aan te raden!