Schil de aardappelen en snij ze met een ‘mandoline’ (snijtoestel) in flinterdunne frietjes van zo’n 2 millimeter breed. De iets bredere ‘pommes allumettes’ kan je met de hand snijden. Ze zijn zo’n 4 millimeter breed.

Spoel de dunne frietjes in ruim koud water, zodat een deel van het zetmeel verdwijnt. Dep de frietjes droog in een schone keukenhanddoek.

Verhit het frietvet tot 170 °C en bak de ultrafijne frietjes in één enkele beurt goudgeel.

Laat ze uitlekken op wat keukenpapier en strooi er een beetje zout over.