Maak zelf pastadeeg voor de lasagne volgens dit recept. Rol het deeg uit in lange lappen pasta. Snijd er vervolgens lasagnevellen uit.

Breng een kookpot lichtgezouten water aan de kook.

Schil de knolselder. Gebruik de mandoline om de groente in fijne plakjes te raspen.

Gaar de plakjes knolselder kort in het kokend water. Giet ze af en laat uitlekken in een vergiet.

Smelt een klont boter in een ruime pan.

Pel de uien en snijd ze in halve ringen. Stoof de ui in de gesmolten boter.

Kneus en pel de knoflook. Snipper de tenen fijn en plet met een mes. Doe de lookpulp bij de uien.

Hak de takjes tijm fijn. Doe deze smaakmaker samen met de laurier in de pan.

Maak de kaassaus. Smelt de boter in een kookpot op een matig vuur. Schep de bloem bij de bruisende boter en roer met de garde. Laat het mengsel al roerend een beetje ‘opdrogen’, tot je een heerlijke biscuitgeur ruikt.

Schenk de koude melk bij de roux. Blijf geduldig doorroeren met een garde tot de saus pruttelt en bindt tot een gladde bechamelsaus.

Neem de pot van het vuur en meng drie vierde van de gemalen kaas onder de saus. Breng op smaak met citroensap, selderzout, peper, zout en nootmuskaat.

Verwarm de oven voor tot 200 °C.

Bouw de lasagne op. Giet eerst een dun laagje kaassaus op de bodem van de ovenschaal. Leg daarop een eerste laag van de droge lasagnevellen. Schik ze als dakpannen, maar let erop dat de vellen elkaar niet te veel overlappen. Zo vermijd je te dikke lagen pastadeeg.

Schep er een laag kaassaus bovenop en strijk ze egaal uit over het hele oppervlak van de schotel. Bedek de saus met enkele plakjes knolselder.

Ga verder met een laag gekookte ham, een laag ui en een volgende laag kaassaus. Schik hierbovenop een tweede laag lasagnevellen.

Bouw de lasagne verder op tot de ovenschaal net niet gevuld is. Zorg ervoor dat bovenaan een laagje van de kaassaus ligt. Bestrooi royaal met de rest van de gemalen Parmezaanse kaas.

Bak de lasagne gedurende 20 minuten in de voorverwarmde oven.