Verwarm de kippenbouillon. Een recept om zelf bouillon te maken vind je hier.

Week de witte bonen in water. Laat uitlekken in een vergiet.

Smelt een klont boter in een grote kookpot (cocotte).

Breek de kippenbillen ongeveer halverwege, zodat je het gewricht kan doorsnijden. Zo verdeel je de kippenbil in de drumstick en de dij. 

Kruid de stukken kip met peper en zout. Haal ze door de bloem.

Kleur de kip rondom in de boter.

Pel de uien en snijd ze grof.

Snijd de prei van onderaf in de volle lengte doormidden. Spoel de helften schoon onder stromend water en vouw hierbij de bladeren uiteen. Zo heb je zeker alle restjes zand mee. Snijd de prei in grove stukken.

Haal de kip uit de kookpot. Zet het vuur wat lager en stoof de stukken ui en prei in dezelfde vetstof.

Kneus en pel de knoflook. Snipper de tenen en plet met een mes. Laat de knoflookpulp mee aanstoven.

Schil de pastinaak met een dunschiller. Snijd de groente in grove blokjes. Verwijder de harde kern van de groene kool. Snijd ze grof. Bak de pastinaak en de groene kool mee in de pot.

Doe er de witte bonen bij.

Leg de stukken kip opnieuw in de kookpot. Bevochtig met de kippenbouillon.

Bind de tijm, rozemarijn en laurier samen tot een bouquet garni. Leg de kruidentuil in de kookpot.

Kruid met peper en zout. Laat de pot-au-feu een uur verder garen onder deksel op een zacht vuur.

Schep de stukken kip er voorzichtig uit, zodat het vlees er niet afvalt.

Lepel een flinke portie groenten met vocht in een diep bord. Leg er een stukje kip bovenop. Breng eventueel extra op smaak met een snuif grof zout.