Spot de perfecte locatie
De meeste groente- en fruitsoorten zijn echte zonnekloppers. Start je moestuin dus op een plek in de tuin of op het terras waar de zon minstens 6 uur per dag schijnt. In een ideale wereld biedt deze plek ook wat beschutting wanneer het stevig waait. Naast een haag of omheining is dus perfect, tenminste zolang die geen essentieel zonlicht of voedingsstoffen wegneemt van je gewassen. Een licht briesje is trouwens wel welkom om tijdens hete zomerdagen de grond af te koelen of de gewassen te laten opdrogen na een regenbui.
De bak in
Ook zonder een grote tuin kan je perfect beginnen met een moestuin. In tuincenters vind je speciale moestuinbakken die je op je terras kan zetten. Deze bakken zijn meestal al onderverdeeld in kleinere segmenten om je gewassen van elkaar te scheiden. Maar zo’n moestuinbak heeft nog heel wat andere voordelen: het is onderhoudsvriendelijker, de aarde in de bakken warmt sneller op en je hebt minder last van onkruid.
Haal de juiste tools in huis
Nu je de juiste locatie voor je moestuin(bak) gevonden hebt, rest er nog een iets: de juiste tools om erin te werken. Deze 8 essentials mogen zeker niet ontbreken in je basisuitrusting:
- Spade
- Hark
- Schoffel
- Woelvork
- Plantenspuit
- Gieter met broeskop
- Snoeischaar
- Handgereedschap zoals een klein schopje, etc.
Een klein schuimmatje om je knieën te beschermen, tuinhandschoenen en een paar werkschoenen of laarzen die vuil mogen worden haal je uiteraard ook best in huis.
Kies zorgvuldig je zaadjes of planten
Tien kroppen sla die op hetzelfde moment klaar zijn om geoogst te worden? Dat is misschien wat te veel van het goede. Denk voor je aan het echte werk begint dus na over wat je graag wil planten. Daarbij geldt een vuistregel: variatie troef! Selecteer verschillende soorten en smaken voor een moestuin die nooit verveelt. Makkelijke gewassen zijn o.a. courgette, lente-ui, radijzen, erwten, sla, snijbiet, boontjes en peulen. Heb je de smaak volledig te pakken? Dan kan je bloemkool, tomaten, paprika, witloof of knolselder eens proberen. Hou ook altijd rekening met de periode waarin je de zaadjes of plantjes mag planten en kan oogsten.
Volg een moestuinplan
Tijd om eraan te beginnen! Maar welke zaden of planten steek je waar en wanneer in de grond? Een degelijk moestuinplan geeft je houvast. Neem een blad papier en teken je moestuin(bak) uit. Verdeel de grond in minimaal 6 vakken. Zo kan je ook elk jaar aan teeltrotatie of teeltwisseling doen. Dit betekent dat je een bepaalde groep van gewassen het jaar erop in een ander vak zal planten. Zo voorkom je bodemziekten en bodemmoeheid.
Bekijk ook welke zaden of planten je beter wel of beter niet bij elkaar zet. Dille staat bijvoorbeeld niet graag bij venkel en selder houdt niet van peterselie. Maar bepaalde gewassen bij elkaar zetten, kan ook de groei bevorderen zoals radijzen bij sla en komkommer, wortelen bij ajuinen, prei en rozemarijn maar ook spinazie bij aardbeien. Je kan je moestuin ook nog opvrolijken met bloemen die je groenten en kruiden beschermen tegen ongedierte zoals Afrikaantjes (tegen aaltjes) en goudsbloemen (tegen mieren). Wat extra online opzoekwerk zal je al een pak wijzer maken!
De kas op de taart
De kerst op de taart is een kas of serre in je tuin. Hierin kan je het hele jaar door aan de slag. Voorzaaien, zuiderse planten houden en tot laat in het najaar blijven oogsten, het kan allemaal.
De kunst van het zaaien
Tijd om te zaaien! Zo ga je te werk:
- Maak de grond voor het zaaien los en onkruidvrij.
- Maak een ondiepe geul en strooi de zaadjes dun uit. Zaai vooral niet te dicht op elkaar. Zaden mogen 7 keer hun dikte onder de grond. Bij jonge plantjes zorg je dat de wortels volledig onder de aarde zitten.
- Bedek de zaadjes met aarde en geef ze water met de sproeikop op de gieter.
- Hang of plant een etiket met de naam van je gewas bij de zaadjes of plantjes. Zo weet je over enkele weken nog wat je waar hebt geplant.
TIP
Om tijd te winnen kan je bepaalde zaadjes binnenshuis of in een warme kas voorzaaien.