Pasta per favore: de lekkerste pastasoorten en hun gebruik in de keuken

Er zijn honderden verschillende soorten pasta beschikbaar, elk met hun eigen unieke vorm en gebruik in specifieke gerechten. Van de klassieke linguine tot gnocchi, ontdek hier de lekkerste deegwaren en pastarecepten van Dagelijkse kost om thuis mee aan de slag te gaan.

Pasta secca vs. pasta all’uovo

In de supermarkt is het aanbod pasta enorm. De meeste, voorverpakte pastasoorten vallen onder ‘pasta secca’. Hieronder vallen deegwaren die gemaakt zijn van harde tarwe (bloem) en water. Het voordeel van gedroogde pasta is de lange houdbaarheid. De textuur is vaak iets harder dan die van verse pasta. 

Daarnaast is er ook pasta all’uovo of eierpasta. De naam zegt het zelf al: deze pasta maak je met bloem en eieren. Deegwaren met ei kan je zelf maken of vers kopen, maar is ook in gedroogde variant verkrijgbaar. Zoek naar ‘all’uova’ op de verpakking. Verse pasta kan je enkele dagen bewaren in de koelkast. Voordeel: de kooktijd is opmerkelijk korter dan die van droge pasta. Eén minuut is vaak al voldoende. Zowel de smaak als de textuur van verse pasta is zachter en smeuïger dan die van droge pasta. 

Verschillende soorten pasta

Ongeacht of je nu droge of verse pasta verkiest, er zijn honderden - naar verluidt zelfs meer dan 700 soorten - pasta beschikbaar. Het pastadeeg kan je in dunne vellen rollen en in lange slierten snijden zoals spaghetti, of in een bepaalde vorm persen zoals macaroni. Ook gevulde pasta zoals ravioli zijn bijzonder lekker. We delen de verschillende pastasoorten op in lange pasta, korte pasta en gevulde deegwaren en deegvellen.

LANGE PASTA

  • Spaghetti: ronde slierten van ongeveer 20 cm lang. Het nummer op de verpakking van spaghetti verwijst naar de verschillende diktes waarin deze deegwaren verkrijgbaar is. Zo kan je ook Spaghettini – verdunde versie van traditionele spaghetti - en spaghettoni – extra dikke (en lange) spaghetti - vinden. De Japanse variant van spaghetti is udon (noedels). 
     
  • Cappellini: zéér dunne variatie van spaghetti, vaak beschouwd als de dunste pasta. ‘Cappellini’ is Italiaans voor ‘haartjes’. Er bestaat ook ‘cappelli d’angelo’ of ‘angel hair’. Deze speciale variant is nog net iets dunner dan cappellini. Het komt aan op elke millimeters.
     
  • Bucatini: zeer dikke spaghetti in de vorm van lange, holle slierten. Deze extra dikke spaghettislierten hebben dus een gat in het midden. Zo kunnen ze extra veel saus opslurpen. 
     
  • Linguine: spaghetti die niet rond maar afgeplat is voor iets bredere slierten. 
     
  • Tagliatelle (ook wel fettucine): brede pastalinten van 7 à 8 mm breed. Deze pasta heeft meer bite dan bijvoorbeeld spaghetti. 
     
  • Papardelle: afgeplatte spaghetti, zeer grote dikke platte linten (ca 2 cm breed). Deze brede variant van tagliatelle is ideaal voor rijke, zware sauzen. Leuk om weten: ‘papardelle’ komt van het Italiaanse woord ‘pappare’ wat letterlijk ‘opslokken’ betekent.

KORTE PASTA

  • Fusilli: spiraalvormige, gedraaide pasta van 6 à 7 cm lang. Veel gebruikt in gerechten met allerlei sauzen. 
     
  • Penne: holle rechte buisjes pasta waarvan de uiteinden schuin afgesneden zijn. Ook verkrijgbaar in een geribbelde versie onder de naam penne rigate. Veel gebruikt in gerechten met saus.
     
  • Macaroni: korte, holle pastabuisjes, zowel in rechte als gebogen (elleboogjes) variant. Bekend van de klassieke macaroni met ham en kaas of mac and cheese.
     
  • Farfalle: strikvormige of vlindervormige pastasoort. Lekker in gerechten met veel saus en in maaltijdsalades.

GEVULDE DEEGWAREN

  • Lasagne: dunne deegvellen van ca. 10 op 15 cm. Geschikt om te stapelen, afgewisseld met andere ingrediënten. Zo maak je namelijk de gelijknamige ovenschotel ‘lasagne’. Leuk om weten: de naam ‘lasagna’ of ‘Lasagne’ is afgeleid van het Griekse woord ‘Laganon’; de eerste bekende vorm van pasta. 
     
  • Ravioli: vierkante of ronde deegkussentjes, vaak geserveerd met een (rijke) tomatensaus. Ravioli kan je vullen met allerlei ingrediënten: vlees, vis, kaas, gevogeltje of groenten. Ravioli komt van het woord ‘rabioli’, wat restant betekent. Vroeger werden deze pastakussentjes voornamelijk gevuld met restjes van andere maaltijden.
     
  • Cannelloni: grote, holle pastabuizen om op te vullen. ‘Cannelloni’ betekent ‘grote pijpen’ in het Italiaans. Populaire vullingen zijn ricotta of rundergehakt, maar het kan ook met vis en groenten. De pasta wordt daarna bedekt met tomatensaus of bechamel en gegaard in de oven zoals lasagne.
     
  • Gnocchi: holle, kegelvormige pastabolletjes. ‘Gnocchi’ (meervoud: gnocco) betekent ‘klont’. Gnocchi kan je maken van pastadeeg op basis van tarwebloem maar zijn ook verkrijgbaar in aardappelvariant. Dan spreken we over ‘gnocchi di patate’.

Wist je dat …

  • de regel is meestal hoe fijner de saus die je bij de pasta serveert, hoe fijner de pasta die je kiest.
  • Italië het land van de pasta genoemd wordt, maar het ontstaan van pasta is aan meerdere volkeren of culturen toe te schrijven. Doorheen de geschiedenis is pasta in verschillende vormen in verschillende regio’s, onafhankelijk van elkaar, ontstaan en zo de wereld rond gegaan. Zo is pasta bijvoorbeeld ook al eeuwenlang een belangrijk basisingrediënt in de Chinese en Aziatische keuken. Daar noemen ze het noedels.
basiskennis Created with Sketch.

Basiskennis