Je hebt misschien nog nooit gehoord van dry farming of droog moestuinieren. Het is een vorm van je moestuin bewerken en gewassen kweken waarbij je het water zo efficiënt mogelijk gebruikt om zo weinig mogelijk waterverspilling te hebben. Droogtuinierders houden altijd rekening met deze drie principes:
- gebruik zoveel als mogelijk regenwater
- kies voor voedselgewassen die van nature makkelijker overleven in droge weersomstandigheden
- vergroot je zaaiafstand
Tips voor een geslaagde oogst in droge(re) moestuin
1. Regenwater opvangen
Misschien is je tuin voorzien van een regenwaterput, al is dat natuurlijk niet overal mogelijk. Een grote regenwaterton of een emmer werken net zo goed, zeker wanneer je wat minder ruimte ter beschikking hebt. Het gebruik van regenwater heeft verschillende voordelen. Het is niet alleen het beste water om aan je planten te geven, het is ook gratis en je bespaart er kostbaar kraantjeswater mee. Natuurlijk ben je wel afhankelijk van de regenval om je put of ton bij te vullen.
2. Harken en hakken
Door je moestuin om te harken of hakken voorkom je uitdroging. Wanneer de bovenste laag aarde er wat losser en luchtiger bij ligt, kan het water dat jij geeft of uit de hemel valt dieper doorsijpelen tot dichtbij de wortels van je planten. Hark enkel de bovenste laag om en ga niet te diep schuppen of hakken. Zo zou je de wortels of stelen van je planten kunnen beschadigen.
3. Mulchen
Een mulchlaag is een soort van beschermingslaag die je bovenop de aarde rond je gewassen aanbrengt. Mulchen is een goede manier om de grond vochtig te houden omdat het water minder snel kan verdampen. Bovendien beschermt het de bodem van je moestuin ook tegen felle zon en droge wind. Dit extra laagje werkt ook als een isolator aangezien het de ondergrondse temperatuur onder controle houdt. Mulch kan bestaan uit geteerde (onkruidvrije) compost, stro, bladeren, gras, krantenpapier en zelfs karton. Let wel op als je compost gebruikt dat je het niet vlakbij de stammen van je planten legt. Je planten kunnen ervan rotten.
4. Gericht en op het juiste moment water geven
Het klinkt logisch maar het is toch te belangrijk om niet te vermelden: besproei niet je hele tuin met een automatische sproeier maar geef gericht water aan bloemen, planten en voedselgewassen met een gieter of tuinslang. Je giet de planten in je moestuin ook beter één keer per week langdurig in plaats van elke dag kort. Planten die vanaf het begin maar een keer per week, zelfs bij droog weer, water krijgen, worden dit gewoon en zullen vanzelf actiever op zoek gaan naar water en dus diepere wortels aanmaken. De vroege ochtend is het beste moment om je planten water te geven. Zo krijgen de stelen en bladeren de kans om op te drogen zodat ze niet verbranden wanneer de warme middagzon erop staat.
5. De zaai- of plantafstand vergroten
Ga voor kwaliteit en niet voor kwantiteit bij droog weer. In drogere periodes of in zandgrond die snel uitdroogt, is het slim om de zaai- en plantafstand dus iets ruimer te maken. Laat wat meer plaats tussen elk plantje in je moestuin. Met minder gewassen in de bodem blijft het water langer in de grond waardoor je ook minder vaak zal moeten gieten.
Extra tip voor balkonplanten
Plant jij bloemen, groente- of fruitplanten op je terras in een grote pot? Ook dan kan je waterverspilling tegengaan door geen donkerkleurige bloempotten te gebruiken en speciale potaarde te gebruiken die het water goed vasthoudt.