Zelf confituur maken doe je zo
Vers fruit en suiker. Meer heb je in principe niet nodig om een paar potten te vullen met heerlijke vruchtenjam. Welke suiker je best gebruikt, hangt af van het type fruit dat in je confituur zit.
Confituur maken met gewone suiker
Traditioneel gebruikt men 1 kg gewone kristalsuiker per 1 kg fruit, maar met 800 g is de confituur ook meer dan zoet genoeg.
Confituur maken met geleisuiker
Voor pruimen en andere vruchten die veel sap bevatten, gebruik je beter geleisuiker. Dat is gewone kristalsuiker waaraan pectine is toegevoegd, een natuurlijke stof uit vruchten die het geleiproces sneller op gang brengt. Zo krijgt je confituur die mooie, geleiachtige textuur en moet jij minder lang in de pot staan roeren.
Hoeveel geleisuiker je nodig hebt, hangt af van het type dat je koopt. Je leest de verhouding op de verpakking als volgt af: 2:1 betekent 2 delen fruit voor 1 deel suiker, 3:1 betekent logischerwijs 3 delen fruit voor 1 deel suiker, enzoverder.
Sommige vruchten bevatten van nature meer pectine dan anderen. Rode bessen, citrusvruchten (citroen!), appelen, bramen, kruisbessen en kweeperen zijn echte pectinebommetjes en lenen zich dus perfect voor verse confituur.