Tip 1: Gebruik hoge temperaturen
Je hebt vast opgemerkt dat Jeroen vaak op hoge temperaturen heeft gekookt deze week. Dit komt omdat de mensen 450 jaar geleden uiteraard nog geen fornuis hadden. Hoe dan wel? Er werd gekookt op een open vuur, waardoor koken dus gebeurde in de letterlijke betekenis van het woord.
Tip 2: Bind je sauzen en soepen met zuurdesembrood
Dinsdag serveerde Jeroen een overheerlijke hutsepot, een gerecht typisch uit die tijd. Wist je dat hutsepot één van de weinige gerechten is dat zowel door de rijken als door de armen werd klaargemaakt? De typische 'potagie' maakte zelfs deel uit van het dagelijkse leven van een arm gezin in die tijd. Om dit eenpansgerecht te binden, werd broodkruim gebruikt.
Tip 3: Gebruik verschillende soorten vlees in één gerecht
Je hebt vast opgemerkt dat Jeroen verschillende soorten vlees gebruikte in zijn hutsepot. Dat was een echte trend bij de elite ten tijde van Bruegel. Ieder type vlees was goed, behalve varken. Dat werd beschouwd als onrein en was absoluut niet welkom in de keuken. Bij de armere klasse aten ze de hutsepot waarschijnlijk zonder vlees.
Tip 4: Liever te veel dan te weinig kruiden
Ook de overvloed aan kruiden en smaken typeerde de keuken uit die tijd. Waarschijnlijk werden de specerijen geïntroduceerd door ontdekkingsreizigers zoals Vasco Da Gama. Denk aan kruidnagel, foelie, gember, saffraan en komijn.
Tip 5: Geen rauwkost!
Rauwkost kwam nooit op tafel in de 16e eeuw. Rauwe groenten werden beschouwd als ongezond. Groenten werden dus altijd gekookt tot een brei. Ook van rauw vlees was er geen sprake toen. Dat werd net zo goed beschouwd als ongezond, omdat er toen nog geen koelkasten bestonden die het vlees vers hielden.
Tip 6: Combineer zoet met zuur
Een populair ingrediënt in de tijd van Breugel was verjus. Nu is dit een heel duur product, maar toen was het verkrijgbaar voor een appel en een ei. Het is een vloeistof die wordt gemaakt van het most van druiven wat eerder een zure smaak heeft. De breugeliaanse sauzen hadden altijd een zoete smaak met een zure toets. Die zure toets was dan vaak afkomstig van de verjus.
Tip 7: Maak gebruik van ‘vergeten’ groenten
De rapen, pastinaken en kolen waren vaste ingrediënten in de keuken. Die groenten waren in die tijd namelijk helemaal niet vergeten, maar net enorm populair. Ze kwamen ook voor in verschillende vormen per soort. Zo werd de witte, paarse en gele variant even veel gebruikt als de bekendste oranje wortel, terwijl die wortelsoorten nu vaak beschouwd worden als hippe groenten.