Voor het hoofdgerecht van zijn kerstmenu haalt Jeroen alles uit de kast. Naar goede gewoonte gebruikt hij eerlijke, echte producten van bij ons. Hertenstoofvlees, bijvoorbeeld: veel meer smaak dan een filet en tegelijk veel budgetvriendelijker. Bestaat er iets lekkerder?
Ingrediënten
- 1.5 kg hert
- 3 ui
- 1 fles rode wijn
- 1 eetlepel bloem
- 3 eetlepel veenbessenconfituur
- tijm
- laurier
- peterseliestelen
- 2 kruidnagel
- 4 jeneverbessen
- peper
- zout
- 250 g veenbes
- 2 dl water
- 2 eetlepel suiker
- 4 stronkjes grondwitloof
- nootmuskaat
- 1 snuifje suiker
- boter
- peper
- zout
- 200 g bospaddenstoel
- 1 sjalot
- 1 teentje look
- boter
- peper
- zout
- diepvrieskroketten
Benodigdheden
- een thee-ei
Bereiding
De ragout
Pel de uien en snipper ze vrij grof.
Verwarm een ruime stoofpot op een matig vuur. Smelt er een klontje boter in en voeg de uien toe. Laat de uien bruin bakken, waardoor ze een zoetere smaak krijgen. Roer regelmatig om.
Verwarm een braadpan op hoog vuur en smelt er een klontje boter in. Korst hierin de stukjes hertenvlees. (Bak een grote hoeveelheid vlees in meerdere beurten. Er mag niet te veel vlees in de pan liggen.) Kruid het vlees tijdens het aankleuren met wat peper van de molen en een snuifje zout.
De stukken vlees hoeven binnenin niet gaar te zijn.
Hou de braadpan even aan de kant.
Voeg het vlees bij de gebakken uien en strooi er wat bloem over. Dat zal de ragout een beetje binden. Meng goed en laat de bloem enkele minuten meebakken op een zacht vuur.
Giet de wijn in de braadpan waarin je het vlees hebt gebakken. Roer alle aanbaksels los en laat de alcohol wat verdampen (deglaceren).
Giet de warme wijn in de stoofpot.
Kneus de jeneverbessen en stop ze samen met de kruidnagel in een thee-ei. Leg het thee-ei samen met een bouquet garni (dat je maakt met enkele takjes tijm, een paar blaadjes laurier en enkele peterseliestelen) in de stoofpot met vlees. Doe ook wat veenbessenconfituur in de pot en roer alles om. Laat het gerecht een tweetal uurtjes sudderen op een zacht vuur.
De veenbessensaus
De witloofstronkjes
Met het puntje van een aardappelmesje verwijder je het harde gedeelte onderaan de witloofstronkjes. Snij een kegelvormige inkeping, zodat er geen blaadjes loskomen.
Wie een stoomoven bezit, kan het witloof stomen. Als je geen stoomoven hebt, smelt dan een klontje boter samen met een beetje water in een brede kookpot. Schik de stronkjes witloof erin en zet het deksel op de pot. Gaar het witloof op een zacht vuurtje. Laat daarna het witloof wat afkoelen en knijp het vocht eruit.
Smelt een klontje boter in een pan op een zacht vuur. Bak hierin de witloofstronkjes tot ze licht goudbruin zijn.
Kruid met peper, zout, nootmuskaat en een snuifje suiker.