Wentelteefjes krijgen allerhande namen: verloren brood, pain perdu, gewonnen brood, gebakken bokes… Het gerecht was voornamelijk een slimme manier om oud brood te verwerken. Jeroen maakt er een brunchgerechtje mee, ideaal voor op zondagmiddag.
Ingrediënten
- 1 dl room
- 1 dl melk
- 20 g vanillesuiker
- kaneelpoeder
- nootmuskaat
- 3 ei
- 4 briochebrood
- 2 banaan
- boter
- 1 eetlepel bruine suiker
Benodigdheden
Bereiding
Het beslag
Doe de eieren in een mengschaal en voeg de room en de melk toe. Klop alles los met de garde.
De wentelteefjes en de bananen
Smelt een klontje boter in een braadpan op een matig vuur.
Snijd voor elk een dikke snee briochebrood. Gebruik een broodmes om probleemloos door het malse brood te snijden. De boterham mag twee tot drie centimeter dik zijn. (Uiteraard kan je ook oud brood gebruiken.)
Sop het brood even in het eiermengsel en leg het in de bruisende boter. Laat de wentelteefjes rustig bakken, tot ze langs beide zijden een goudbruin korstje hebben en de broodkorsten knapperig zijn.
Pel intussen de bananen en snijd ze in dikke ronde schijfjes (tot 2 cm dik)
Schep de wentelteefjes uit de pan en hou ze warm. Gebruik een prop keukenpapier om de braadpan even uit te vegen. Doe er opnieuw een klontje boter in en smelt dit op een zacht vuur.
Bak de schijfjes banaan een paar minuten langs beide zijden. Laat ze niet te lang in de pan liggen, want dan worden de vruchten papperig.
Strooi op het einde van de bakbeurt een lepeltje bruine suiker over de schijfjes banaan en laat de suiker nog heel even meebakken.
Serveer iedereen een warm wentelteefje met daarbovenop de gekarameliseerde schijfjes gebakken banaan. Werk elk bord naar smaak af met nog een klein beetje bruine suiker.