Breek de eieren in een ruime mengkom en kluts ze met de garde.

Strooi een snuifje kaneelpoeder over de geklutste eieren en schenk er de karnemelk bij.

Voeg de vanillesuiker toe en een snuifje zout. Meng en kluts alles met de garde, tot je een egaal eierbeslag overhoudt, waarin de suiker is opgelost.

Schil de appelen, snij ze in kwarten en verwijder het klokhuis. Snij de stukken appel in hapklare stukjes van 1 tot 2 centimeter breed.

Smelt een klont boter in een ruime braadpan op een matig vuur. Doe de stukjes appel in de bruisende boter en roer af en toe.

Strooi een beetje suiker over de stukjes fruit. Kies voor klassieke kristalsuiker, vanillesuiker of bruine suiker.

Zet het vuur zacht en laat de appelstukjes gedurende 10 minuten karameliseren in de boter. Roer af en toe, of schud de appelstukjes op.

Snij tussendoor het briochebrood in dikke sneden van zo’n 2 centimeter breed. Snij ook de broodkorsten weg.

Smelt een klont boter in een tweede braadpan op een matig vuur.

Dompel de boven- en onderzijde van de stukken briochebrood in het mengsel van ei en wentel ze rond.

Bak de plakken ‘verloren brood’ langs de beide zijden goudbruin in de bruisende boter. Kijk uit dat je de sneetjes brood tijdig omdraait.

Schenk een scheut calvados in de pan met appelstukjes en flambeer ze. (Wie het gerecht kindvriendelijk houdt of niet als dessert serveert, laat het straffe appeldistillaat weg.)

Opm: Flambeer nooit onder de (werkende) dampkap om brandgevaar te vermijden. Hou kinderen uit de buurt.

Bak de stukken ‘verloren’ briochebrood goudbruin en krokant in de hete boter. Draai de schijven brood tijdig om, zodat ze niet verbranden.

Serveer iedereen een plak gebakken briochebrood en schep er gebakken appelstukjes bovenop.

Werk het dessert af met een bol vanilleijs.