Haal de worsten uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen.

Schil de loskokende aardappelen, halveer ze en kook ze gaar in water met een snuif zout.

Snij de gepelde sjalotten eerst overlangs in twee en vervolgens in zo klein mogelijke snippers. In een vinaigrette zijn grote stukken sjalot minder smakelijk.

Doe de snippers in een schaal en schenk er balsamico en een bodempje fijne olijfolie over.

Snij de kerstomaten in kwartjes. Doe ze in de schaal en meng.

Snij de bieslookpijpjes zeer fijn en roer ze door de tomatensla.

Smelt een klont boter in een braadpan op een matig vuur. Laat de boter bruisen en leg het vlees in de pan. Zet het vuur iets zachter en laat de kruidige venkelworsten traag bakken en garen tot in de kern. Draai de salsiccia tussendoor een keer om.

Plet de gaargekookte aardappelen tot puree. Voeg een scheut melk toe, de dooier van het ei en een klont boter. Stamp en meng alles tot een smeuïg resultaat. Breng de puree op smaak met een beetje zout.

Snij de lenteuitjes in zo fijn mogelijke ringen en snipper de basilicumblaadjes fijn. Roer beide door de warme aardappelpuree, kort voor het serveren.

Kruid de tomatensla met versgemaen peper en een beetje zout.

Schep op ieders bord een portie van de puree, lepel er salade van kerstomaten langs en leg er een versgebakken venkelworst bovenop.