Een Indonesische klassieker maar dan de vegetarische versie. Jeroen doet geen trassi in de nasi goreng, want dan is het niet vegetarisch meer. De trassipasta is namelijk gemaakt van garnalenkoppen. Als je het toch gebruikt, doe er dan niet meer dan een lepeltje in.
Ingrediënten
- 250 g rijst
- 1 ajuin
- arachideolie
- 2 tenen knoflook
- 1 koffielepel sambal
- 40 g gember
- 1 wortel
- 1 pakje mini-maïs
- 0.25 Chinese kool
- 2 paksoi
- 200 g sojascheuten
- peper
- zout
- een scheutje sesamolie
- 4 eetlepel ketjap
- 2 lente-uien
- enkele takjes koriander
Benodigdheden
- een wok (of wadjang)
Download de app
Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.
Partners
Bereiding
Bereiding
Kook de rijst gaar. Koel onder koud water om de garing te stoppen.
Pel en snipper de ui maar niet te fijn.
Verhit een scheut arachideolie in de wok. Bak de ui in de olie.
Kneus en pel de knoflook. Snipper de tenen en plet met een mes. Doe de knoflookpulp bij de ui en laat mee bakken. Doe er de sambal bij en laat even mee bakken.
Schil en rasp de gember. Laat mee bakken.
Schil de wortel en snijd hem in fijne reepjes (julienne). Bak hem mee in de wok.
Halveer de maïskolfjes en snipper de Chinese kool. Bak ze ook in de wok.
Snijd de mini-paksoi wat fijner en bak ook mee.
Doe er de sojascheuten bij.
Zet een pannetje op het vuur met een scheutje arachideolie. Bak spiegeleieren. Kruid met peper en zout.
Doe de gekookte rijst ook in de wok en laat even mee bakken met de groenten. Breng op smaak met een scheutje sesamolie en ketjap. Meng alles goed door elkaar.
Snipper het groen van de lente-uien fijn. Gebruik de uitjes in een andere bereiding.
Serveer de nasi met een spiegelei, wat gesnipperde lente-ui en een paar blaadjes koriander.