Meng de semola met de eieren, een snuif zout en een scheutje olijfolie tot een stevig deeg. Gebruik hiervoor een keukenmachine met K-vormig hulpstuk of een keukenrobot.

Kneed het pastadeeg nog even door met je handen en laat het dan in vershoudfolie rusten in de koelkast.

Haal de bol pastadeeg na een kwartiertje uit de koelkast. Strooi wat bloem op je werkblad.

Rol het deeg uit tot een platte koek en snijd het in twee gelijke stukken. Rol het eerste stuk deeg zo dun mogelijk uit met behulp van een pastamachine. Snijd het vel vervolgens in tweeën.

Doe hetzelfde voor het tweede stuk pastadeeg.

Bebloem de vellen pastadeeg aan beide kanten. Zet de pastamachine op de snijstand. Haal de vellen door de pastamachine en verwerk ze tot lange spaghettislierten.

Kook de spaghetti gaar in gezouten water.

Verwarm een scheut olijfolie en een klontje boter in een steelpan. Doe er flink wat grof gemalen peper bij.

Voeg twee pollepels kookvocht van de pasta toe en laat even inkoken.

Rasp de pecorino fijn.

Doe de gekookte pasta in de steelpan en schep er de geraspte pecorino onder. Laat de kaas volledig smelten. Voeg nog een pollepel kookvocht toe en roer.

Serveer de pasta puur.