Verwarm de oven voor tot 175 °C.

Verwarm de melk in een steelpannetje tot ze lauw is.

Doe de bloem met de zachte boter en een klein snuifje zout in de kom van de keukenmachine. Kneed door elkaar.

Doe er de suiker bij.

Los de gist op in de lauwe melk en giet het mengsel bij de rest van het beslag.

Voeg er tenslotte het ei aan toe en kneed verder tot een elastisch deeg.

Vet de taartvorm intussen in met boter en bestuif met bloem.

Rol het deeg met een deegrol uit op een met bloem bestoven werkblad. Houd een flink stuk deeg apart voor de tweede laag deeg op de pudding. 

Leg het deeg in de vorm en druk goed aan. Snijd het teveel aan deeg weg en bewaar het met de rest van het deeg voor later. 

Laat het deeg in de taartvorm even rusten in de koelkast.

Breng voor de pudding de melk aan de kook.

Snijd de vanillestok overlangs in twee en schraap de zaadjes eruit. Voeg de vanillestok en de zaadjes vervolgens toe aan de melk en laat even meekoken.

Klop de suiker met de eierdooiers tot ruban in de keukenmachine. Doe er het puddingpoeder bij.

Haal de peul uit de melk. Giet een beetje warme melk bij de ruban en roer los.

Giet de ruban vervolgens bij de rest van de melk en bindt het geheel al roerend op het vuur.

Bestrijk het deeg met een dunne laag abrikozenconfituur en doe er vervolgens de afgekoelde banketbakkersroom over. Strijk de banketbakkersroom mooi uit.

Rol het tweede stuk deeg uit met een deegrol en leg het over de taart. Druk mooi aan tegen de rand van de vorm.

Doe de bloem met de blonde suiker, de boter, de eierdooier, een snuifje zout en een snuif kaneel in een kom. Meng het geheel tot een mooie crumble.

Bedek er de bovenkant van de taart mee.

Schuif de taart gedurende 40 minuten in de voorverwarmde oven en laat vervolgens even afkoelen. Bestrooi met bloemsuiker en serveer.