Jeroen maakt een “breugheliaanse” pasta met zoete, zure en zoute smaken. Simpel en zo klaar, maar allesbehalve saai!
Ingrediënten
- 1 bussel rucola
- 2 bakje Parijse champignons
- boter
- 200 g kastanje
- 500 g pasta
- 2 sjalot
- 2 tenen knoflook
- 0.25 citroen
- 4 eetlepel balsamicoazijn
- 0.5 bussel platte peterselie
- peper
- zout
- 150 g geitenkaas
Benodigdheden
- een vergiet
- een wok
Download de app
Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.
Partners
Bereiding
Bereiding
Breng een ruime hoeveelheid water aan de kook om straks de pasta te garen.
Was de rucola en laat uitlekken in een vergiet.
Maak de champignons schoon met een borsteltje (indien nodig) en snijd de steeltjes bij. Snijd elke champignon in kwartjes.
Smelt een klont boter in een pan (of wok). Bak de champignons in de boter.
Snijd de kastanjes in kleinere stukken. Doe ze bij de champignons.
Kook de pasta gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Pel de sjalotten. Snijd ze in halve ringen en laat ze meebakken.
Kneus en pel de knoflook. Snipper de tenen en plet met een mes. Doe de lookpulp bij de champignons en kastanjes.
Van de gezouten citroen gebruiken we enkel de zeste voor de afwerking. Verwijder het vruchtvlees en snijd de schil in fijne julienne. Hoe fijner, hoe beter.
Giet de balsamicoazijn bij de champignons.
Was de peterselie en hak hem fijn. Doe de peterselie mee in de pan. Kruid met peper en zout.
Giet de pasta af en meng met de champignons. Voeg nog een pollepel kookvocht toe en roer.
Serveer de pasta met de champignons en kastanjes. Werk af met wat frisse rucola en enkele reepjes citroenzeste. Brokkel er de verse geitenkaas over.