Neem een mengschaal om de cocktailsaus te bereiden. Schep er de mayonaise in, een beetje ketchup en een bescheiden scheutje whisky.

Geef de saus wat pit met enkele druppels tabasco. Begin voorzichtig en maak de saus pittig naar persoonlijke smaak.

Doe het krabvlees in een mengschaal en schep er een beetje cocktailsaus bij. Roer en beslis of je behoefte hebt aan extra saus. De stukjes krab mogen er in geen geval in zwemmen.

Schil de pompelmoes en snij er de partjes vruchtvlees uit volgens de ‘a vif’ techniek. Op die manier werk je met sappige partjes citrus zonder vliesjes.

Snij de partjes pompelmoes in 2 tot 3 gelijke stukjes en meng ze doorheen de krabsla. Proef de sla en voeg naar smaak een beetje zout toe.

Breek de eieren en verzamel ze in een mengkom. Schenk er een scheutje melk bij en kluts ze met een vork. Kruid het eieremengsel met voldoende peper van de molen en een beetje zout.

Verhit een klontje boter in een pan op een zacht vuur. Giet er een deel van het eiermengsel in, voldoende om een dunne omelet te bakken. Draai de omelet tijdig om en schuif ze nadien op een vlakke schaal of een bord en laat ze afkoelen. Bak identieke omeletten met de rest van het eiermengsel.

Snij de rode chilipeper overlangs in twee en verwijder de zaadjes. Snij het vruchtvlees van het pepertje in flinterdunne lange reepjes.

Spoel wat koriander schoon en pluk de fijne takjes los.

Zo maak je de rolletjes: Leg eerst een vel nori (geroosterd zeewier) op je werkvlak. Let erop dat je het norivel met de glanzende zijde naar onder legt, want dat is de buitenzijde.

Leg een dunne omelet bovenop 2/3 van het norivel en snij het eierkoek bij. Bedek eventueel met de snijrestjes van het ei de randen links en rechts. Het stuk onbedekte nori (bovenaan) heb je nodig om de rol straks vast te kleven.

Schep een portie krabcocktail op het ei. Bedek er van links naar rechts een vlak mee. (Je hoeft niet de hele omelet in te smeren.)

Verdeel vervolgens enkele dunne plakjes rode chilipeper en wat verse koriander over de krab.

Strijk de bovenzijde van het vel nori in met een beetje water. Wrijf daarbovenop een dun laagje wasabi, de pittige groene japanse ‘mosterd’.

Rol het gevulde vel nori strak op, van onder naar boven, tot een mooie gelijkmatige rol.

Snij de rol met een vlijmscherp mes in rondjes die 2 tot 3 centimeter breed zijn.

Serveer de rolletjes als voorgerecht of als hapje. Wie handig is met eetstokjes kan ze ook op die manier opeten.