Ontdooi de kippenbouillon of maak een keteltje verse bouillon.

Pel de uien en snipper ze zeer fijn.

Pel de look en plet de teentjes tot pulp.

Schil de gember en snij hem eerst in fijne plakjes. Snij de schijfjes vervolgens in zeer fijne reepjes (julienne).

Snij de chilipeper overlangs in twee en verwijder de zaadjes. Snij de halve chili in drie gelijke stukken die je vervolgens ook in millimeterdunne reepjes snijdt. (Gebruik meer chilipeper als je extra pikante soep wil.)

Verhit een stoofpot met daarin een scheutje olijfolie. Stoof daarin de stukjes ui en de look op een matig vuur.

Voeg enkele minuten later de stukjes gember en de chilipeper toe. Roer regelmatig even in de pot.

Schenk enkele minuten later ook de bouillon in de pot. Laat de soep een kwartiertje sudderen op een zacht vuur.

Snij intussen de plakjes rosbief in reepjes van zo’n centimeter breed. Maak de stukjes vlees los van elkaar en leg ze in de hete soep. Het vlees zal heel snel gaar zijn.

Breng een pot met water aan de kook om de noedels te garen. Je hoeft er geen zout aan toe te voegen.

Kook de noedels beetgaar, zoals vermeld op de verpakking. (Chinese noedels koken gaat anders dan met pasta. Noedels moeten vaak maar heel even koken, waarna ze nog een tijdje kunnen wellen in het hete water.)

Was de daikon en de lente-uitjes. Verwijder het buitenste blad van de uitjes en snij het donkerste loof en het wortelstukje eraf.

Schil de daikon en snij hem vervolgens in plakjes. Snij deze plakjes vervolgens in luciferdunne reepjes.

Snipper de lente-uitjes in flinterdunne schijfjes. (Je kan ze ook diagonaal snijden, zoals je dat vaak ziet in oosterse restaurants.)

Kruid de soep met de vissaus en de sojasaus. Roer, proef en controleer of de kruiding je bevalt. Extra peper en zout zijn eigenlijk niet nodig.