Mosselen in de wok

Het mosselseizoen loopt van half juli tot half april. Jeroen vindt ze het allerlekkerst vanaf de maanden september en oktober. Naast alle mogelijke traditionele bereidingswijzen, kan je de populaire weekdiertjes ook wokken. Jeroen serveert ze als een origineel voorgerecht, met een Aziatisch tintje. Maak er gerust een dubbele portie van en serveer de mosselen als hoofdgerecht met gekookte of gestoomde rijst.

Ingrediënten

  • 2 sjalot
  • 3 selderstengel
  • 2 stengel citroengras
  • 1 rode chilipeper
  • 50 g gember
  • 2 kg mosselen
  • 1 scheutje arachideolie
  • 2 dl witte wijn
  • munt
  • koriander
  • scheutje sesamolie

Benodigdheden

  • een wok
  • een rasp

Download de app

Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.

Partners

Bereiding

Mosselen in de wok

Bereid alle ingrediënten voor en verzamel ze in aparte schaaltjes. Begin met de sjalot, die je pelt en middendoor snijdt. Snij ze vervolgens in fijne halve ringen.

Snij het loof van de selder af en spoel de groente. Breek de stengels middendoor en trek er de dikste harde vezels uit. Snij de selder in blokjes van zo’n halve centimeter breed.

Snij het topje en het onderste stukje van de stengels citroengras. Hak het citroengras met een scherp keukenmes in extra fijne stukjes. (Grote stukken citroengras zijn zeer vezelig en dus niet lekker.)

Snij de chilipeper overlangs en verwijder de zaadjes. Snipper het pepertje in piepkleine stukken.

Schil het stukje verse gember en rasp de knol.

Gebruik de mosselen zo vers mogelijk. Spoel ze in ruim koud water. Controleer de mosselen één voor één en verwijder met een mesje eventuele zeepokken of de mosselbaard. Het oog wil ook wat.

Verhit de wok op een hoog vuur. Schenk er een scheutje arachideolie in. Deze olie is heel neutraal van smaak.

tip Afhankelijk van de hoeveelheid die je klaarmaakt, is het aan te raden om in meerdere beurten te wokken. De bereiding gaat snel, en zo vermijdt je een veel te volle wok.

Wok de halve ringen sjalot en de stukjes selder kort. Roer of schud regelmatig even.

Doe de uitgelekte mosselen in de wok.

Voeg naar smaak stukjes chilipeper, citroengras en geraspte gember toe.

Schenk tijdens het wokken de wijn erbij. (Of gebruik sake, de typische Japanse rijstwijn.)

Hou de gaartijd van de mosselen goed in de gaten. Check ze al na enkele minuten. Het mosselvlees moet gaar zijn, maar tegelijk boterzacht. Schud de wok regelmatig even op.

Spoel de takjes koriander en de munt en voeg de (gescheurde) blaadjes toe op het einde van de bereiding.

Voeg voorzichtig een klein scheutje sesamolie toe, voor een licht gebrande smaak. Schud of meng alles nog een laatste keer. Extra peper en zout zijn niet nodig.

Serveer de gewokte mosselen in schaaltjes (als voorgerecht) of maak dubbele porties en serveer ze als hoofdgerecht met gestoomde of gekookte rijst. Basmati past er bijvoorbeeld prima bij.

Mosselen in de wok