Schil de aardappelen en de knolselder, snijd ze in grote stukken en kook ze gaar in gezouten water. Voeg de eitjes toe aan de aardappelen en de knolselder wanneer het geheel kookt en laat ze meekoken.

Kuis en was de waterkers en laat hem even uitlekken.

Zet een steelpannetje op het vuur en laat de boter erin smelten. Laat de boter lichtjes kleuren. Spoel de peterselie onder koud water, laat hem even uitlekken en snijd hem fijn. Doe de peterselie vervolgens in een kommetje samen met fijngesneden kappertjes en augurken.

Haal de eitjes na 8 minuten uit de aardappelen en spoel ze kort onder koud water. Pel de eitjes, snijd ze grof en voeg ze toe aan de gebrande boter. Voeg er ook de fijngehakte peterselie, de augurken en de kappertjes aan toe en breng het geheel op smaak met peper en zout.

Giet de aardappelen en de knolselder af, voeg er de mierikswortelpasta en de zure room aan toe en ga er met een pureestamper door. Kruid de puree met peper en zout en een snuif nootmuskaat.

Laat een grillpan heet worden. Haal de graatjes uit de makreel en kruid de vis met peper en zout en gril de makreel in de hete grillpan.

Meng de waterkers onder de warme puree.

Schep een lepel puree met knolselder en waterkers op een bord en leg er een stukje gegrilde makreel op. Werk het geheel af met de gebrande boter met groene kruiden en ei.