Kruid de stukken konijn met peper en zout en laat een klont boter smelten in een pan. Kleur de stukken konijn in de boter.

Laat in een grote pot een klont boter smelten. Snijd de uien fijn en stoof ze aan in de boter.

Bind de laurier en de tijm tot een bouquet-garni en voeg het toe aan de uien. Voeg er een snuif mosterdpoeder en wat kruidnagel aan toe, alsook de geplette look

Voeg er de aalbessengelei en de twee soorten mosterd aan toe en roer alles goed onder elkaar.

Leg de stukken gebakken konijn in de pot.

Giet de trappist in de pan waar het konijn in gebakken is en deglaceer de pan met een scheutje water. Warm de trappist kort op, giet het bier nooit direct op het konijn. Wanneer je koud bier bij warm vlees giet, zal het vlees 'schrikken' vanwege het temperatuurverschil en dat wil je vermijden in een stoofpot. Giet het kort opgewarmde bier bij het konijn en schuif de pot in een voorverwarmde oven van 160°C. Laat het konijn een uur garen onder deksel.

Pel de sjalotten, snipper ze fijn en doe ze in een kom met een scheut rode wijnazijn.

Laat de friteuse voorverwarmen tot 140°C. Schil de aardappelen en snijd er frietjes van. Pocheer de frietjes in het frituurvet, leg ze op keukenpapier en laat ze afkoelen in de diepvries.

Kuis en was de kropsla en scheur hem in grote stukken. Doe de sla bij de sjalotten in de kom. Kruid de salade met peper en zout, giet er een scheutje slaolie bij en meng alles onder elkaar.

Verhoog de temperatuur van de friteuse naar 180°C. Haal de frietjes uit de diepvriezer en bak ze krokant.

Haal het konijn uit de oven. Laat de gebakken frietjes uitlekken op wat keukenpapier en strooi er wat zout over. Schep wat konijn met saus op een bord, serveer met frieten, sla en wat mayonaise.