Ontdooi en verwarm de groente- of kippenbouillon. Je kan ook verse bouillon maken.

Snij het stuk chorizo eerst in lange repen van zo’n halve centimeter breed. Snij de repen Spaanse worst vervolgens in kleine blokjes van zo’n halve centimeter breed.

Pel de ui en snipper hem zo fijn mogelijk. Pel de look en plet de teen tot pulp.

Verhit een scheutje olijfolie in een soepketel op een matig vuur. Stoof er de blokjes Spaanse worst in. Roer en voeg een minuut later de snippers ui en de lookpulp toe.

Zet het vuur even later zacht en verwerk er de rest van de groenten in. Terwijl de ketel met chorizo warm blijft kan je de groenten schoonmaken en versnijden.

Verwijder het wortelstuk en het donkerste loof van de prei. Snij de stam overlangs in twee en spoel de groente zorgvuldig schoon tussen de compacte bladeren.

Snij de halve stammen prei in zo’n 4 gelijke stukken. Snij deze vervolgens eerst in fijne reepjes en vervolgens in kleine vierkante stukjes. Doe de versneden prei in de soepketel met chorizo.

Schil de bolle zijde van de selderstengels met een dunschiller. Zo verwijder je de taaiste vezels. Snij de stengels vervolgens in zo’n 4 gelijke stukken.

Snij deze stukken selder eerst in repen en nadien in zeer kleine stukjes. Ook de blokjes selder gaan de pot in. Roer af en toe even.

Schil de wortelen en snij ze in dunne langwerpige repen. Snij ze vervolgens in ‘balkjes’ en tenslotte in stukjes.

Schil vervolgens de rapen. Ook hier doet het mes z’n werk in 3 stappen: eerst plakjes, dan reepjes en tenslotte vierkante stukjes.

Roer de stukjes wortel en raap door de rest van de fijne groenten in de soepketel.

Verzamel wat laurier en verse tijm. Bind ze samen tot een kruidentuil en gooi hem in de soepketel.

Schenk de warme bouillon bij de groenten. Voeg een snuif zout en wat peper van de molen toe. Laat de soep pruttelen op een zacht vuur.

Dop tussendoor de erwten (indien je met de verse groente werkt) en maak de groene boontjes schoon. Verwijder van elk boontje de top en het steelstukje.

Snij de groene boontjes in gelijke piepkleine stukjes van een halve centimeter breed. Strooi ze in de warme soep, samen met de erwtjes.

Breng een keteltje water aan de kook. Gebruik het kokend water om de tomaten te ontvellen. Dat heet emonderen.

Snij de tomaten in kwarten. Verwijder uit elk partje de waterige zaadlijsten. Snij het vruchtvlees in kleine, gelijke blokjes.

Voeg de blokjes tomaat bij de pruttelende soep en roer. Laat ze nog even doorkoken, zodat alle ingrediënten gaar zijn.

Spoel de zuring voorzichtig en laat ze uitlekken. Verzamel de blaadjes en rol ze op tot een dikke ‘sigaar’. Snij de zuring met een scherp mes in flinterdunne reepjes. (De steeltjes hoef je niet te verwerken.) Doe precies hetzelfde met de blaadjes basilicum. Zet het gesnipperd groen even opzij.

Proef de groentesoep met stukjes chorizo. Proef of ze voldoende zout bevat en beslis of er extra peper nodig is.

Serveer de groentesoep in diepe borden of soepkommen. (Of in één grote soepterrine.) Strooi de snippers zurig en basilicum er bovenop wanneer je serveert.