Gemakkelijke kerstbûche

Een Vlaams kerstdiner kan niet zonder die goeie oude kerststronk. Dit stukje gebak hoort er nu éénmaal bij. Bij de warme bakker ligt de etalage vol, maar laten we hem eens helemaal zelf maken, op basis van zoete chocolade en fris-zurig rood fruit. Het is gewoon fun om te doen, en zodra de stronk versierd mag worden, gaan alle remmen los. Ho-Ho-Ho-lekker!

Ingrediënten

  • 250 g rode vruchten
  • 1 scheutje crème de framboise
  • 40 g suiker
  • 5 dl room
  • 100 g donkere chocolade
  • 75 g suiker
  • 75 g bloem
  • 2 eetlepel cacaopoeder
  • 3 ei
  • chocolade
  • suikerpasta
  • suikerfiguur
  • meringue

Benodigdheden

  • een vlakke rechthoekige ovenschaal met lage opstaande rand
  • een keukenmachine met klopper
  • een keukenpenseel
  • een (plastic) spuitzak
  • optioneel: een (nieuwe) gekartelde lijmspatel
  • optioneel: alfabet-uitsteekvormpjes

Download de app

Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.

Partners

Bereiding

Voorbereiding

Laat de mengeling van rood fruit ontdooien in een ruime zeef. Vang het vruchtensap op.
Meet de juiste hoeveelheid room en giet alles in een pannetje. Breng de room tot tegen het kookpunt op een zacht vuur.
Breek de donkere chocolade in stukjes en los ze op in de warme room. Roer in de pan met een garde.
Laat het mengsel afkoelen. Eerst in de keuken, later in de koelkast.
Klop het koude chocolademengsel op in de keukenmachine. Laat het toestel met de klopper draaien tot je een luchtige mousse krijgt.

De stronk bereiden

Breek de eieren in de mengkom van de keukenmachine. Gebruik een klopper als hulpstuk. Giet de juiste hoeveelheid suiker erbij en laat de machine een paar minuten draaien tot je een schuimige en egale bleke massa krijgt.

Weeg de bloem en schud ze door een zeef, zodat er geen klontertjes in het beslag terecht komen. Giet de bloem bij het schuimig eiermengsel en voeg ook het cacoapoeder toe.
Laat de machine draaien tot je een egaal beslag krijgt. Roer er nog even in met een pannenlikker.
Verwarm de oven voor op 210°C.
Bedek de vlakke ovenschaal met een vel bakpapier. Let erop dat ook de lage opstaande randen van de schaal mee bedekt zijn. Strijk het vel papier goed vlak.
Spatel het beslag in de ovenschaal en verdeel het gelijkmatig met een kleine spatel. Zet de schaal in de hete oven van 210 °C gedurende 7 tot 8 minuten.
Verwijder heel voorzichtig het vel bakpapier en laat de luchtige biscuit afkoelen.
Neem een pannetje en schep de suiker in een mengschaal en giet er het sap van het rood fruit bij (1,5 schep suiker).
Breng het mengsel zachtjes aan de kook, tot je een fruitige suikersiroop krijgt. Schenk er een scheut ‘crème de framboise’ bij en roer. Laat de siroop wat afkoelen.
Leg het dunne chocoladebiscuit op je werkblad. Leg de kortste zijde naar je toe.
Strijk met een keukenpenseel een laag van de fruitsiroop over het biscuit.
Spatel daarbovenop een laagje van de chocolademousse. Laat een deel van de bovenste kant van het biscuit vrij.
Verdeel een portie uitgelekt rood fruit over de chocolademousse.
Rol het gebak voorzichtig op tot een strakke stronk. Begin te rollen bij de tafelrand.
Strijk het hele oppervlak van de stronk in met een laag van de overgebleven chocolademousse.
Gebruik nadien een gekartelde lijmspatel om houtnerven in de stronk te trekken. Het kan ook met bv. een houten vork met brede tanden. Strijk voorzichtig van het ene uiteinde van de stronk naar het andere.

De stronk versieren

Breng een potje water tot tegen het kookpunt en hang een tweede potje in het hete water. Smelt de chocolade ‘au bain-marie’.
Vul een (plastic) spuitzak met een beetje gesmolten chocolade.
Knip een piepklein tipje van de spuitzak en spuit een reeks dunne nerven van chocolade over de stronk.
Vul een schaaltje met cacaopoeder en spuit enkele takjes en twijgjes op het poeder.
Laat de decoraties opstijven in de koelkast.
Rol met een deegrol een vel gekleurde suikerpasta uit.
Steek of snij figuurtjes, letters,.. uit de dunne lap zoete pasta.
Verkruimel enkele meringues en strooi de witte vlokken over de stronk.
Versier de stronk naar hartenlust met decoratie voor gebak. Een beetje kitch kan geen kwaad.
Gemakkelijke kerstbûche