Breng in een kookpot licht gezouten water aan de kook.

Maak de groene asperges een beetje schoon met een dunschiller. Snijd ze in stukken en houd de kopjes apart.

Kook de aspergestukken – zonder de kopjes – een paar minuten. Doe er dan de kopjes bij.

Voeg er vlak voor het einde van de kooktijd de erwtjes aan toe en laat kort meekoken. Giet af en spoel meteen onder koud water zodat de garing stopt.

Boen de citroen en rasp de schil. Pers de citroen.

Doe 1,5 dl olijfolie en 2 eetlepels water bij het citroensap en de zeste. Kruid met peper en zout.

Schil de komkommer en snijd het vruchtvlees zonder de pitjes in blokjes. Meng de komkommerblokjes met de erwtjes en de asperges.

Was de spinazie en verwijder de harde steeltjes. Schep ze door de groenten.

Haal het binnenste uit de gepekelde citroen en snijd de schil in fijne reepjes. Houd deze reepjes apart.

Doe de rode paprika’s in de blender met een beetje olie uit de bokaal en een scheutje water. Kruid met cayennepeper, gerookt paprikapoeder en zout. Mix en zeef de paprikasaus.

Verhit een grillpan op het vuur.

Haal de vliezen van de makreelfilets. Snijd een stukje bij de staart los en trek ze voorzichtig los met je handen. Verwijder eventuele graten.

Kruid de filets met peper en zout. Besprenkel ze met olijfolie aan beide kanten.

Grill de filets in de hete grillpan.

Mix de citroendressing met een staafmixer.

Kruid de groenten met peper en zout en schep er wat citroendressing over.

Schep wat van de groene groenten met dressing op een bord. Leg er een makreelfilet op. Strooi er een beetje van de gepekelde citroenzeste over en werk af met de paprikasaus.