Breng twee potten met gezouten water aan de kook.

Schil de aardappelen, snijd ze in stukken en kook ze gaar in gezouten water.

Trek de boerenkoolbladeren van de nerf. Spoel de bladeren en kook ze gaar in de andere pot met gezouten water.

Giet de aardappelen door een zeef, doe ze terug in de pot op het vuur en laat zoveel mogelijk vocht verdampen. Haal de aardappelen daarna door de passe-vite. Voeg er de dooiers, de bloem en de geraspte kaas aan toe. Meng alles onder elkaar met je handen tot een stevig deeg.

Breng opnieuw een pot gezouten water aan de kook. Rol worsten van 1 à 2 cm diameter van het deeg, snijd in kleinere stukjes en kook de gnocchi in het gezouten water. Schep de gnocchi uit het water wanneer ze komen bovendrijven en hou ze even apart in een kom. Sprenkel er wat olijfolie over.

Haal de boerenkool uit het water en laat de bladeren goed uitlekken. Giet de schorseneren door een vergiet.

Smelt een klont boter in een pot. Pel de ajuin en de look, snijd ze fijn en stoof ze aan in de boter. Hak de boerenkool fijn en laat even meestoven. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Doe ook de schorseneren bij de boerenkool.

Verwarm de grill voor tot 180 °C.

Laat in een andere pot de boter voor de saus smelten. Voeg de bloem toe en meng tot een roux. Laat even bakken tot je een biscuitgeur waarneemt. Giet nu de melk er al roerend bij. Rasp de kaas en laat hem al roerend smelten in de saus.

Breng de saus op smaak met peper, zout, nootmuskaat, mosterd en het citroensap.

Zet een grote pan op het vuur en laat er een flinke klont boter in smelten. Bak de gnocchi in de vetstof en kruid met peper en zout.

Meng de kaassaus onder de gestoofde groenten en schep alles in een ovenschaal. Schep er de gebakken gnocchi over, rasp er nog wat extra kaas over en schuif de schaal nog enkele minuten onder de grill.