Spoel de aardappelen grondig onder koud water. Zet een ruime kookpot met water en flink wat grof zout op het vuur. Kook er de aardappelen in gaar.

Schil de gare aardappelen en zet ze aan de kant.

Breng een ruime kookpot met water aan de kook. Snijd de bloemkool in roosjes en kook ze gaar in de kookpot.

Schil de asperges en snijd ze in twee. Kook ook de asperges beetgaar in de kookpot met de bloemkoolroosjes. Voeg er een snuifje zout aan toe.

Zet een ruime pan op het vuur.

Laat flink wat boter smelten in de pan. Laat de boter hazelnootbruin worden maar zorg dat ze niet verbrandt.

Snijd de aardappelen in dikke schijfjes.

Pel en plet het teentje look. Voeg toe aan de gebrande boter.

Pel de sjalot en snijd ze in schijfjes. Laat ook de sjalot meebakken in de gebrande boter.

Voeg ook de aardappelen toe aan de groenten in de boter.

Giet de gare bloemkool en asperges af. Scheid de asperges van de bloemkool en zet ze aan de kant.

Zet een andere pan op het vuur voor de vis.

Voeg de bloemkoolroosjes toe aan de aardappelen.

Verlaag het vuur en plet de aardappelen en de bloemkool grof door elkaar.

Laat een klont boter smelten in de andere pan.

Breng de vis op smaak met peper en zout. Bak de vis aan beide kanten goudbruin in de hete vetstof.

Doe een klontje boter en de zure room bij de geplette groenten.

Spoel de lamsoor en laat even uitlekken. Meng de lamsoor onder de geplette groenten. 

Haal de gekleurde vis van het vuur en leg op een bord.

Verwarm de asperges kort in de pan van de vis.

Schep de geplette aardappel en bloemkool op het bord met de gebakken vis. Schik er enkele asperges op. Werk af met enkele pluksels tuinkers en een partje citroen.