Doe het voorbereidende werk: pel de gamba’s en houd de pantsers apart, snijd de sjalotten fijn en snijd de venkel grof in parten. Houd de afsnijdsels van de venkel bij.

Zet 2 pannen en de wok op het vuur en doe er overal arachideolie in. In de eerste pan komt de venkel, in de tweede pan doe je de sjalot en in de wok komen de gamba’s.

Bij de sjalot voeg je 1 hoeveelheid rijst met 2 hoeveelheden water en kook gaar volgens de instructies van de verpakking.

De venkel bak je gaar. Kruid met peper en zout.

Eens de gamba’s gebakken zijn haal je ze uit de wok en houd ze apart in een kommetje. Nu doe je de pantsers in de wok.

Eens de venkel gebakken is, voeg je een scheutje water toe. Kruid verder bij met peper, zout, steranijs en enkele blaadjes laurier. Laat stoven met een deksel.

Snijd de sjalot en afsnijdsels van de venkel fijn en voeg ze bij de gambapantsers en -koppen. Doe er ook wat fijngesneden gember bij. Laat het geheel even stoven en voeg er de currypasta en het currypoeder aan toe. Laat even bakken en blus met de witte wijn. Voeg er tot slot de kokosmelk, de limoenblaadjes en de vissaus aan toe.

Giet de saus door een zeef en vang ze op in een pannetje. Om er wat smaak aan te geven kan je er nog een klont boter onder mixen. Doe dit op het vuur.

Voeg de gebakken gamba’s toe aan de saus en breng ze even opnieuw aan de kook.

Giet de rijst af wanneer hij gaar is en schep een mooie portie op een bord met een lepel. Schep de gamba’s met de groene curry erbij en serveer met wat gestoofde venkel. Werk af met enkele takjes koriander.