Ongemerkt vegetarisch, een beetje chic, mooi om te zien en tegelijk zeer smakelijk: dat zijn de belangrijkste eigenschappen van deze grasgroene flans. De voorgerechten met eieren krijgen de zachte kleur en smaak van spinazie, met een vleugje look. De gladde torentjes serveer ik met een eenvoudige kruidensla, krokante broodcroutons en brokjes karaktervolle schapenkaas. We rekenen 6 flans voor 4 personen.
Ingrediënten
- 300 g spinazie
- 1 teentje look
- 2 dooier
- 5 dl melk
- nootmuskaat
- peper
- zout
- 3 brood
- boter
- 1 bussel kervel
- 0.5 bussel platte peterselie
- olijfolie
- balsamico
- peper
- zout
- 200 g schapenkaas
Benodigdheden
- tot 6 flanpotjes (ong. 10 cl/potje)
- een maatbeker
- een blender
- een grote fijne zeef
Download de app
Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.
Partners
Bereiding
De flan van spinazie
Spoel de spinazieblaadjes in ruim water. Gebruik fijne babyspinazie of grote spinaziebladeren waar de bladsteel en de taaiste baldnerf werd uitgescheurd.
Verwarm de oven voor tot 150°C.
Meet de melk af, giet de helft ervan in een pot op een matig vuur. Breng ze tot tegen het kookpunt.
Breek en scheid de eieren. Doe de hele eieren en de dooiers in de resterende helft koude melk. (De rest eiwit kan je invriezen voor een andere bereiding.)
Doe de spinazie in de warme melk en gaar ze in ongeveer 3 minuten. Pel tussendoor de look, snij de teen fijn en doe de stukjes in de pot met melk en spinazie. Roer af en toe.
Schenk het mengel van melk en spinazie in de blender en mix het grondig. Hoe fijner hoe beter!
Giet het frisgroene mengsel door een zeef. Druk de spinaziepulp aan met de bolle zijde van een pollepel, tot de laatste druppel smaak eruit geperst is.
Schenk de koude melk met eieren in de blender en mix beide kort.
Schenk het gemixte eiermengsel bij de spinaziemelk, proef en kruid het met versgemalen peper, zout en wat nootmuskaat.
Plaats de potjes in een ovenschaal (met opstaande rand) en vul ze voor 2/3 met het flanmengsel. Schenk een flinke bodem water in de schaal om de flans ‘au bain-marie te garen.
Plaats de schaal in de oven van 150°C, en gaar ze gedurende 45 minuten.
Laat de gare flans wat afkoelen.
Snij enkele dikke boterhammen van het brood. Snij de korstjes eraf en verdeel het broodkruim in gelijke blokjes van een kleine centimeter breed.
Smelt de klont boter in een hete braadpan en bak de korstjes zacht krokant op een matig vuur. Blijf in de buurt en schud de blokjes regelmatig op.
Laat de goudbruine croutons uitlekken en afkoelen op een vel keukenpapier. (Tijdens het afkoelen worden de blokjes pas echt krokant.)
Snij of breek de schapenkaas in kleine blokjes.
Spoel de kruiden schoon. Pluk de kervel- en peterselieblaadjes los. Spoel het groen in ijskoud water voor een extra fris effect.
Werk het uitgelekte groen af met enkele druppels fijne olijfolie, balsamico, een snuifje zout en wat versgemalen peper. Meng de kruidensla voorzichtig.
Leg in ieders (diep) bord een portie van de kruidensla.
Dompel de potjes met spinazieflan even onder in heet water. Kantel een spinazieflan bovenop de salade.(Doe de test of ze makkelijk uit de vorm glijden. Indien het moeilijk lukt kan je de flans voorzichtig lossnijden met een scherp aardappelmesje.)
Strooi blokjes schapenkaas en croutons over en langs elke groene flan. Werk de borden af met een toefje kruidensla dat je bovenop elk eiergebakje schikt.