
“Een praline met een onregelmatige vorm van pure chocolade, gevuld met een zachte botercrème en meestal omhuld met cacaopoeder.” Zo omschrijft een bekende fabrikant van pralines een chocoladetruffel. Maar het belangrijkste is natuurlijk het plezier om thuis een keertje helemaal zelf zo’n praline te maken. Moeilijk is het niet, en wellicht smaakt de truffel nadien eens zo goed.
Ingrediënten
- 1 dl room
- 50 g boter
- 200 g chocolade
- 75 g hazelnoot
- 1 scheutje cognac
- 150 g chocolade
- 20 g cacaopoeder
Benodigdheden
- een prikvork
- een pannenlikker
- een blender
- cutter of koffiemolen
Bereiding
De vulling
Neem een maatbeker en meet de hoeveelheid room af. Breng de room vervolgens aan de kook in een pannetje.
Weeg de nodige hoeveelheid boter en voeg ze toe aan de room. Laat de boter smelten in de warme room.
Breek de chocolade in stukjes en doe ze in een mengkom.
Giet de kokende room met gesmolten boter op de stukjes chocolade. Meng met de garde tot de chocolade gesmolten is. Het resultaat is een ‘ganache’, en dat wordt de vulling van de truffel.
Doe de hazelnoten in de blender (of je koffiemolen) en maal ze fijn. Er mogen wel nog kleine stukjes noot overblijven na het malen. Dat geeft wat ‘crunch’.
Doe de gemalen nootjes bij de chocolade.
Je kunt de truffelvulling een aroma geven met een voorzichtig scheutje sterke drank of likeur. Ik gebruik cognac. Het kan ook met bv. Amaretto, Grand Marnier, …
Meng het chocolademengsel en dek het af met een vel vershoudfolie. Je mag de folie tegen het mengsel aan drukken. Laat de vulling opstijven in de koelkast. Dit duurt minstens een uur.