
In putje winter missen we vaak een uitbundig aanbod van seizoensgroenten. Gelukkig zijn kolen bestand tegen een gril van moeder natuur. Bovendien zijn ze de ideale groente om er een eerlijke smakelijke maaltijd mee te bereiden. Jeroen verwerkt de witte kool in een eenvoudige ‘witte saus’ en samen met een rol dunne worst en een pot gekookte aardappelen vormen ze een trio om oprecht van te genieten.
Ingrediënten
- 800 g aardappel
- 0.5 witte kool
- 60 g bloem
- 70 g boter
- 7 dl melk
- 0.5 citroen
- 1 eetlepel scherpe mosterd
- nootmuskaat
- peper
- zout
- 4 chipolata
- klontje boter
Benodigdheden
- mandoline
- zuurkoolsnijder of groenterasp
Bereiding
Voorbereiding
Haal de chipolata vooraf uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen. Zo loop je minder kans dat de worsten openbarsten tijdens het bakken.
De aardappelen en witte kool
Schil de aardappelen en snij ze in grote stukken. Kook ze gaar in water met een snuif zout.
Snij de witte kool in kwarten. Verwijder het buitenste blad.
Rasp de kool in dunne sliertjes. Gebruik hiervoor een mandoline of een zuurkoolrasp. Of gebruik een klassieke groenterasp, je keukenmachine of een scherp koksmes.
Breng water aan de kook in een grote pot. Blancheer de slierten kool in het kokende water. Reken hiervoor zo’n 5 minuten. Giet nadien het kookvocht weg en hou de slierten witte kool warm.
Zet een pot op een matig vuur om er de witte saus in te maken. Smelt de boter en strooi er vervolgens de bloem bij. Roer tot je een roux krijgt en laat het mengsel kort bakken. Blijf roeren met de garde tot je de geur van versgebakken koekjes ruikt.
Schenk de melk bij de bleke roux en blijf roeren met een garde tot je een gebonden witte saus krijgt, zonder klonters.
Kruid de saus met peper van de molen en wat zout. Voeg ook versgeraspte muskaatnoot toe. Proef tot je de saus naar persoonlijke smaak krijgt.
Breng de witte saus op niveau met een scheutje vers citroensap en een lepel scherpe mosterd. Deze ingrediënten geven de saus een beetje ‘diepte’ en vooral veel goesting.
De worsten braden
Smelt een klont boter in een braadpan, op een zacht vuur.
Leg de chipolata in de pan en laat ze rustig bakken. Zo kan het vlees garen tot in de kern en zal de worst niet openbarsten.
Draai de chipolata om, zodra ze een goudbruin korstje kregen. Laat ze nog kort verder bakken op een zacht vuur.
Afwerken
Schep de witte kool in de saus en roer. Proef en beslis of de bereiding nood heeft aan extra peper, zout of muskaatnoot.
Serveer iedereen wat gekookte aardappelen, een flinke schep witte kool in saus en een portie goudbruin gebakken chipolata.