Snijd de pompoen in stukken en verwijder de schil. Leg de stukken pompoen in een ovenschaal en besprenkel met wat olijfolie. Kruid de pompoen met gerookt paprikapoeder, tijm, rozemarijn, enkele blaadjes laurier, peper en zout. Schuif de ovenschaal een 30-tal minuten in een voorverwarmde oven van 180°C.

Snijd de nerven uit de bladeren van de groene kool, snipper de kool fijn en was alles. Breng een pot gezouten water (of met bicarbonaat) aan de kook en kook de kool plat. Spoel de kool onder koud water en laat hem uitlekken.

Pel de sjalot en de look. Laat een klont boter smelten in een pan, snipper de sjalot en de look fijn en stoof ze in de boter. Voeg er ook de champignonmengeling aan toe.

Snijd de boerenkool wat fijner en voeg ze toe aan de champignons. Laat hem meestoven en kruid bij met peper, zout en wat nootmuskaat. 

Haal de boerenkool en champignons van het vuur. Schep de ricotta eronder en meng alles goed onder elkaar. Houd alles van het vuur.

Laat de boter smelten en voeg de bloem eraan toe, meng tot een stevige roux en blus met de melk.

Breng de saus al roerend aan de kook, kruid met peper en eventueel een snuifje zout en meng de kaas eronder.

Leg de vellen pasta open op een werkvlak en schep ongeveer 2 eetlepels van de vulling van boerenkool en champignons op de lasagnevellen. Rol ze op tot cannelloni’s.

Haal de pompoen uit de oven, verwijder de takjes rozemarijn, tijm en blaadjes laurier en ga er in de ovenschaal grof met een pureestamper door. Strijk de puree nu open met een lepel zodat de volledige bodem bedekt is met een laag pompoenpuree.

Leg de cannelloni’s op de pompoenpuree en giet de kaassaus erover. Bestrooi het geheel met wat panko. Steek de ovenschaal nog 25 minuten in de oven.