Een lekkere worst met puree en verse groenten. Dat is dagelijkse kost op z’n best. Snel en simpel, meer heb je niet nodig op een weekavond.
Ingrediënten
- 800 g aardappel
- zout
- 1 teentje look
- 2 sjalot
- 2 klont boter
- 1 klontje boter
- een snuifje bicarbonaat
- 600 g prinsessenboontjes
- 200 g Belgische kaas
- peper
- 2 snuifje nootmuskaat
- 4 boerenworst
- 1 ei
- een scheut melk
- een scheutje azijn
- een toefje mosterd
Benodigdheden
- Een pureestamper
Download de app
Jouw digitale kookhulp met dagelijkse recepten, tips, kookvideo’s, een weekmenu en boodschappenlijst.
Partners
Bereiding
Bereiding
Schil de aardappelen en snijd ze in stukken.
Zet de aardappelen op in een ruime pot gezouten water en breng ze aan de kook.
Pel de look en laat het teentje meekoken met de aardappelen.
Pel de sjalotten en versnipper ze in fijn.
Zet een pan op het vuur en laat er een klontje boter in smelten. Stoof er de sjalot in aan.
Breng een pot water met een snuifje bicarbonaat aan de kook. Dop de boontjes en kook ze net gaar.
Rasp de kaas grof.
Giet de boontjes af wanneer ze gaar zijn en stoof ze met de sjalot in de pan. Breng op smaak met peper, zout en een snuifje nootmuskaat. Laat de groenten verder stoven onder een deksel op een zacht vuurtje.
Zet een pan op het vuur, laat een klontje boter smelten en bak de worsten goudbruin in de bruisende boter.
Giet de aardappelen af wanneer ze gaar zijn. Voeg er de eierdooier, de melk en de boter aan toe en stamp het geheel tot een smeuïge puree.
Meng de geraspte kaas onder de aardappelpuree. Breng de puree op smaak met zout en nootmuskaat.
Besprenkel de boontjes met een scheutje azijn.
Schep een flinke lepel puree op een bord en serveer er de boontjes en de gebakken boerenworst bij. De liefhebbers kunnen er een toefje mosterd bij serveren.